Omschrijving
Op de majestueuze heuvels van Reggello staat een betoverend pand dat de schoonheid van het Toscaanse platteland omarmt. Met een oppervlakte van 7 hectare biedt deze boerderij niet één, maar twee charmante wooneenheden voor in totaal 13 bedden. Het interieur, slim verdeeld over twee niveaus, beschikt over ruime woonkamers met open keuken, 2/3 slaapkamers en 6 badkamers, waardoor elke gast comfort en privacy wordt geboden. Maar het is de buitenkant die de aandacht trekt: een betoverend park, verrijkt met een panoramisch zwembad met uitzicht op de vallei, biedt momenten van pure ontspanning en contemplatie. De omliggende olijfgaard is niet alleen een mooie toevoeging, maar ook een echte bron van rijkdom. Met de capaciteit om tot 15 kwintaal olijfolie van de hoogste kwaliteit te produceren, verrijkt door de verscheidenheid aan olijfbomen die 5 verschillende soorten fruit produceren, biedt deze accommodatie een unieke en authentieke ervaring. Voor natuur- en avontuurliefhebbers maken de bospaden, perfect voor mountainbiketochten, deze plek nog onweerstaanbaarder. En laten we de strategische ligging niet vergeten: op slechts 60 minuten rijden van Florence, Siena en Arezzo is deze oase van rust het ideale startpunt om de wonderen van Toscane te verkennen, zonder de luxe van een exclusieve residentie omgeven door groen op te geven. Het Reggello-territorium wordt al sinds de oudheid bewoond. De eerste schriftelijke getuigenissen dateren uit de 10e en 11e eeuw. Reggello heette aanvankelijk Castelvecchio di Cascia en werd geboren als een marktplaats tussen de Via del Casentino en de Cassia vetus (momenteel Strada dei Setteponti genoemd). Pas in 1773 werd, dankzij een wettelijke bepaling van groothertog Leopold, de gemeenschap van Reggello geboren. Bij de volksraadpleging van 1860 voor de annexatie van Toscane bij Sardinië kregen de "ja" -stemmen geen meerderheid van de stemgerechtigden (971 op een totaal van 2899), met een record onthouding, een symptoom van de oppositie tegen de annexatie. Na 8 september 1943 kwamen de verschillende families van de joodse familie Calò (een tiental mensen in totaal, uit Arezzo, Livorno en Rome) bijeen in hun landvilla in Cascia di Reggello. Toen het arrestatiebevel op 11 maart 1944 arriveerde, waarschuwde de Carabinieri-maarschalk hen vooraf zodat ze konden vluchten.